In dit document tref je de richtlijn aan met betrekking tot het (preventief) gebruiken van persoonlijke beschermingsmaatregelen (PBM) in de kraamzorgsector in een (ogenschijnlijk) niet besmette situatie. Hierin tref je een advies en handvatten om keuzes te maken voor het (preventief) gebruik van PBM.
Het betreft hier een advies, in jouw KSV/VSV kunnen andere of aanvullende afspraken gemaakt worden.
Vanaf 25 februari wordt het niet meer geadviseerd om standaard PBM te gebruiken binnen 1,5 meter in openbare ruimtes. Het advies van het RIVM voor zorgverleners buiten het ziekenhuis is hierop aangepast.
Algemene hygiëne richtlijnen
Ten eerste horen zorgmedewerkers altijd de algemene hygiënerichtlijnen te volgen:
Als je afstand van anderen houdt (minimaal 1,5 meter) en regelmatig goed je handen wast, is de kans dat je besmet raakt door de druppeltjes erg klein.
De kans dat je zélf anderen besmet is erg klein als je:
Bij klachten: doe een zelftest of laat je testen bij de GGD.
Handen wassen
Vijf momenten in de gezondheidszorg, uit de WHO-richtlijn:
Als de handen net voor het contact met een cliënt al gereinigd of gedesinfecteerd zijn, omdat men bijvoorbeeld net contact heeft gehad met een andere cliënt, dan hoeft dat niet opnieuw te gebeuren. Moment 1. en 4. vallen dan als het ware samen.
Voorbeeld van algemene momenten:
Overwegingen om wel PBM te gebruiken
Aanvullende adviezen bij gebruik van PBM
Mocht een lid van het kraamgezin achteraf besmet blijken met Covid-19 en je hebt de volledige PBM (mondkapje type IIR en handschoenen) gebruikt in het kraamgezin, dan val jij, wanneer je kraamzorg hebt verleend, niet onder de groep nauwe contacten. Hiermee wordt voorkomen dat jij in quarantaine moet.