1 G. Handeling assisteren bij partus versie 3.1

Doel

Op een professionele manier assisteren van de verloskundige bij de partus.

Aandachtspunten

• Toon eigen initiatief tijdens het assisteren.
• Denk eraan altijd de ramen/gordijnen en deuren te sluiten.
• Laat de badkamer schoon en opgeruimd achter.
• Noteer de gegevens (adres, telefoonnummer, geboortedatum en BSN-nummer) van de cliënt in je notitieblok (voor acute situaties) en stop deze bij je.
• Handschoenen aantrekken bij contact met lichaamsvocht in verband met besmettingsgevaar.
• Overleg met de barende en haar partner over eventueel culturele gewoontes rondom de partus.
• Vraag naar het geboorteplan als je vroegtijdig bij de partus aanwezig bent. Hierin hebben de barende en haar partner beschreven hoe zij de partus graag zouden willen laten verlopen.

Benodigdheden

• plastic schort
• handschoenen

Werkwijze

Voorbereiding

• Sluit de ramen en deur;
• Maak afspraken met de verloskundige;
• Maak afspraken met de cliënt, vraag naar het vluchtkoffertje;
• Was de handen volgens protocol (zie handeling A Infectieziekten en hygiëne: Handen wassen) ;
• Stop de handschoenen in de zak van je uniform jas of broek;
• Doe het plastic schort voor.

Uitvoering

• Trek handschoenen aan;
• Assisteer de verloskundige bij de ontsluiting en uitdrijving;
• Voer de handelingen, afgestemd met de verloskundige, uit volgens afspraak:
  • materialen aanreiken;
  • ontlasting verwijderen;
  • celstofonderlegger vervangen;
  • geboortetijdstip opnemen;
  • warme hydrofiel luiers aanreiken en/of pasgeborene bedekken
  • po aanreiken/vasthouden
• Verzorg de barende/kraamvrouw en moedig haar aan
• Voer de handelingen, afgestemd met de barende/kraamvrouw, uit volgens afspraak:
  • rust creëren;
  • partner betrekken bij de barende/kraamvrouw;
  • begeleiden bij weeën opvangen;
  • koud washandje aanbieden;
  • slokje water aanbieden;
  • rug masseren bij rugweeën of uitleg aan partner;
  • begeleiden bij persweeën;
  • celstofonderlegger vervangen;
  • ontlasting verwijderen.
• Noteer het tijdstip van de ‘geboorte’ van de pasgeborene;
• Noteer het tijdstip van de ‘geboorte’ van de placenta.

Nazorg

• Ruim de placenta op.
• Maak de gebruikte materialen schoon en ruim deze op.
• Trek de handschoenen uit.
• Was de handen volgens protocol (zie handeling A Infectieziekten en hygiëne: Handen wassen).
• Doe het schort af.
• Maak afspraken met verloskundige over de nazorg.
• Open gordijnen en deur.
• Vul het partusverslag in het zorgdossier in.

Complicaties

Besmettingsgevaar bij onjuist gebruik van materialen.