1 C. Handeling Baarmoederstand controleren, versie 5.1
Doel
Voor het bepalen van eventuele vervolghandelingen is een dagelijkse controle nodig van de stand van de baarmoeder.
Aandachtspunten
- Creëer een respectvolle omgeving voor het uitvoeren van deze controle.
- Zorg vooraf aan de handeling dat de kraamvrouw geürineerd heeft, want met een lege blaas is de meting nauwkeuriger.
- Tijdens de kraamtijd wordt de eerste 5 dagen de baarmoederstand 1 keer per dag gecontroleerd; indien nodig vaker en langer.
- Bij een sectio wordt de controle van de baarmoeder door de verloskundige gedaan.
- Laat de kraamvrouw na een sectio haar buik ondersteunen met bijvoorbeeld een opgevouwen handdoek bij draaien en hoesten.
- Wanneer de baarmoeder erg goed gezakt is, het aantal vingers boven schaambeen (symfyse) (S+1) opschrijven.
Benodigdheden
Zorgdossier
Werkwijze
Voorbereiding
- Sluit de deur en gordijnen;
- Was de handen volgens protocol;
- Vraag de kraamvrouw te urineren voordat je de controle doet.
Uitvoering
- Laat de kraamvrouw plat op bed gaan liggen, zonder hoofdkussen en met de benen gestrekt. Vraag haar de buikspieren te ontspannen;
- Zoek met een platte hand de bovenste rand van de baarmoeder op. Bepaal het aantal vingers tussen de navel en de bovenste rand van de baarmoeder. Indien de kraamvrouw lang op haar zijde heeft gelegen is het mogelijk dat de baarmoeder scheef gezakt is en dan moeilijker te voelen is;
- Voel daarna aansluitend hoe de baarmoeder gecontraheerd is, let op de gezichtsuitdrukking van de kraamvrouw, in verband met de pijnbeleving.
Nazorg:
- Was de handen volgens protocol;
- Open de gordijnen en de deur;
- Noteer de baarmoederstand in het zorgdossier;
- Bespreek een eventuele vervolgbehandeling met de verloskundige;
Complicaties
- Niet samentrekken van de baarmoeder.
- Shock bij overmatig bloedverlies.

Download protocol:
C.-Handeling-Baarmoederstand-controleren-versie-5.1.pdf