Bijlage zorgprotocol Veilig Slapen en Wiegendood Preventie mei 2021
Bijlage bij zorgprotocol Veilig Slapen en Preventie Wiegendood
Risicofactoren die kunnen leiden tot wiegendood
Het plotseling en onverwacht overlijden van een ogenschijnlijk gezonde zuigeling, ook wel wiegendood genoemd, is een van de grootste trauma’s die een ouder kan meemaken. In Nederland is door voortgaande preventie de incidentie van dit ingrijpende verlies teruggebracht van iets minder dan 200 baby’s in 1986 naar 2020 13 baby’s per jaar. Ook nu de incidentie laag is, blijft specifieke aandacht voor dit onderwerp en afstemming tussen beroepsgroepen nodig. Nieuwe ouders die baat hebben bij betrouwbare voorlichting zullen altijd bestaan. Ontwikkelingen in het buitenland tonen aan dat aandacht kan verslappen, juist omdat wiegendood zo weinig voorkomt, met als gevolg dat de aantallen weer toenemen[1].
Risicofactore
1.De buikligging
In buikligging is de wekbaarheid van een pasgeborene verminderd (Franco 1998). Het is mogelijk dat hierbij ook warmtestress een oorzakelijke rol speelt, waardoor eveneens de centrale wekbaarheid wordt verlaagd (Franco 2002). In buikligging is de warmteafgifte – vooral via het gezicht – met 60% verminderd (Tuffnell 1995). Ook worden mechanische obstructie van de ademweg en “rebreathing” als mogelijke oorzaken genoemd.
2. Warmtestress
Warmtestress is waarschijnlijk een ondergewaardeerde risicofactor in het kader van de bestrijding van wiegendood en is mogelijk door voorlichting nog aanzienlijk terug te dringen. Het slaapvertrek voor een voldragen pasgeborene hoeft niet warmer te zijn dan dat voor een volwassene. Een maximale kamertemperatuur van 18ºC wordt aanbevolen. Vooral bij kinderen met infecties, die daardoor al een verhoogde stofwisselingsactiviteit hebben met kans op koorts, is het verkeerd om extra beddengoed te gebruiken, omdat de warmteafgifte daardoor nog meer beperkt wordt (Gilbert 1992).
3. (On)veilig bed en bedmateriaal[2]
Kinderbed
Er zijn kinderbedden die niet voldoen aan elementaire veiligheidseisen. Volgens de Europese norm NEN-EN 716-1:2017 die ook door het Nederlandse Keurmerkinstituut en VeiligheidNL wordt aangehouden, moet de spijlenafstand minimaal 4,5 cm en maximaal 6,5 cm zijn om te voorkomen dat de pasgeborene met benen en romp tussen de spijlen door zou kunnen glijden en aan het hoofd blijft hangen.
De Babybox
De ‘Baby box’ is een kartonnen doos gevuld met basisbenodigdheden die aanstaande ouders aangeboden wordt om hun baby een goede start te geven.
Bij de berichtgeving in de media over het gebruik van de doos als baby slaapplek, wordt aangegeven dat de ervaring is dat de wiegendoodcijfers sterk afnemen. Echter, er zijn geen onderzoeken gedaan die deze uitspraak onderbouwen, ook niet in Finland. Experts in binnen- en buitenland geven aan dat er onvoldoende bewijs is. Wel wordt gedacht dat de doos een voordeel kan zijn in gezinnen waar ouders geen bedje of wiegje kunnen veroorloven. Het alternatief is namelijk dat ouders samen met hun baby in het ouderlijk bed gaan slapen.
Voor gezinnen die zich geen wieg of bedje kunnen veroorloven voor hun baby, kan de doos een alternatief zijn. VeiligheidNL ziet wel een paar zorgpunten.
Babynestje
Babynestjes of slaapnestjes worden vaak in de box, het ledikant of de wandelwagenbak gebruikt. Of ouders gebruiken het om hun baby tussen hen in te laten slapen in het ouderlijk bed. VeiligheidNL raadt het samen slapen met een baby in het ouderlijk bed, ook met behulp van een babynestje, af. Uit onderzoek blijkt dat dit een risicofactor is voor wiegendood. Wij adviseren om een baby in een eigen bedje te laten slapen die het liefst de eerste 6 maanden bij de ouders op de slaapkamer staat. Gebruik een babynestje niet in het ouderlijk bed, wieg of ledikant. De opstaande zachte randen vormen een risico. Zodra een baby gaat omrollen, bestaat de kans dat hij met het gezichtje tegen dit kussenachtige materiaal aankomt, waardoor de ademhaling belemmerd wordt. Om deze zelfde reden raden wij ook het gebruik van hoofdbeschermers, grote knuffels en stabilisatierollen en -wigjes in het bedje af. Gebruik je een babynestje in een box of kinderwagen, hou dan altijd toezicht.
Dekbed
Het dekbed is in Nederland geruime tijd populair geweest voor de wieg of het kinderbed. Een dekbed bestaat uit een tijk met daarin een laag vulling. Het dekbed wordt vervolgens in een dekbedhoes gestopt, en dat maakt dat het dekbed in totaal uit 5 lagen bestaat. De eerste laag van de dekbedhoes, de eerste laag van de tijk, de vulling van het dekbed, de tweede laag tijk en tenslotte de tweede laag dekbedhoes. Zoveel lagen, maakt een dekbed veel te warm; aangezien het te warm toedekken een risicofactor is voor wiegendood, raden we het gebruik van een dekbed af. Daarnaast is een dekbed een losliggend stuk beddengoed, dat door de afmeting lastig in de stoppen aan de zijkanten. Daardoor kan een kind gemakkelijker onder het beddengoed terechtkomen, waardoor zijn zuurstofinname wordt belemmerd.
Deken(s)
Hoesdeken
In plaats van een dekbed is een deken in een dekbedhoes (‘hoesdeken’) in gebruik geraakt. Hoesdekens worden in 10-15% gecombineerd met een dekbed en/of deken(s) en/of slaapzak; de combinatie met een dekbed moet zeker worden ontraden in verband met gevaar voor warmtestress. Een dubbelgevouwen deken in de hoes wordt ook afgeraden.
Maak het bedje kort op
Inbakeren
Het is geen taak van de kraamverzorgende om een pasgeborene in te bakeren.
Matras
Bed voor volwassenen
Het te slapen leggen van pasgeborenen in een bed voor volwassenen – zonder het samen slapen met een volwassene – kwam in het onderzoek van de Landelijke Werkgroep Wiegendood in 10% voor bij de wiegendoodkinderen.
Samen slapen: zelfde ruimte/zelfde bed
Samen slapen in het ouderlijk bed kan vanaf 7 maanden. Daarvoor kan het risico verhogend voor wiegendood zijn. Een jonge pasgeborene loopt vooral risico:
Gebrek aan toezicht geeft een verhoogde kans op wiegendood. In een Nieuw-Zeelands onderzoek (Scragg 1996) is aangetoond dat de kans op wiegendood aanzienlijk vermindert voor een baby, die de slaapkamer deelt met zijn ouder(s) maar in een eigen wieg of bed slaapt. Verondersteld wordt dat bij samen slapen een uitwisseling plaatsvindt van sensorische prikkels tussen moeder en kind die veranderingen veroorzaakt in het wekmechanisme; moeder en kind slapen minder diep en de moeder inspecteert het kind vaker.
Onthouding van slaap
Dikwijls is verondersteld dat een verandering in de dagelijkse routine een risicofactor voor wiegendood is (Fleming 2000). Onthouding van slaap veroorzaakt bij gezonde baby’s wel een geringere wekbaarheid uit de daaropvolgende slaap.
Gebruik van draagdoek of draagzak
Bij het gebruik van een draagzak of draagdoek moeten ouders:
Wees extra alert bij gebruik tot 4 maanden bij iedere baby en vooral bij premature en dysmature babies,
[1] NCJ, 2016
[2] Zie ook veiligheid.nl/kinderveiligheid/slapen