1 U. Handeling Assisteren bij de geboorte van een pasgeborene welke niet gaat ademen, versie 3.1

Aandachtspunten

• Volg de aanwijzingen van de verloskundige op, blijf communiceren door hardop te benoemen wat je gaat doen of hebt gedaan (bijv. ambulance bellen, geboortetijd, zoveel minuten oud), dit bevordert de samenwerking en helpt gestructureerd te werken;

 Werkwijze

• Assisteer de verloskundige door bijvoorbeeld tas met reanimatiespullen aan te geven;
• Wrijf de pasgeborene goed droog (prikkelen);
• Assisteer op verzoek van de verloskundige bij reanimatie;
• Houd de pasgeborene warm met een hydrofiel luier;
• Blijf rustig;
• Ondersteun de kraamvrouw en haar partner;
• Bel de ambulance; één voor de pasgeborene met spoed en één voor transport moeder (zie handeling W..Ambulance bellen);
• Houd de conditie/algehele toestand van de kraamvrouw in de gaten;
• Roep altijd de geboortetijd;
• Roep als er 1 en 5 minuten verstreken zijn;
• Noteer de tijden en apgarscore;
• Zorg voor goed licht;
• Zet een tas klaar voor ziekenhuisopname (zie handeling X. Inpakken en klaarzetten van tas bij ziekenhuisopname);
• Doe de lichten aan beneden in het huis en eventueel buiten;
• Zet de deur open voor het ambulancepersoneel;
• Maak de trap zo nodig vrij.

Aanvullende handelingen als de pasgeborene niet wordt opgenomen:

• Controleer iedere 10 minuten de kleur, ademhaling van de pasgeborene;
• Laat de pasgeborene op de kraamkamer verblijven, binnen het gezichtsveld van de kraamvrouw en haar partner;
• Ga pas weg als de kraamvrouw en haar partner de situatie onder controle hebben;
• Bespreek met de verloskundige wanneer je weer contact met haar op moet nemen en wanneer je zelf weg kan gaan.

Nazorg

• Ruim op of laat het huis opgeruimd achter, na vertrek gezin bij opname, in overleg met het gezin en de kraamzorgorganisatie;
• Vul het partusverslag en de temperatuurlijst van het zorgdossier in;
• Neem eventueel contact op met de kraamzorgorganisatie.