1 22. Handeling Assistentie bij niet loslatende placenta
Doel
Een kraamverzorgende weet de verloskundige te assisteren indien er sprake is van een niet loslatende placenta.
Aandachtspunten
Als de verloskundige een vermoeden heeft van een volle blaas kan zij deze legen doormiddel van katheteriseren. De kraamverzorgende kan hierbij assisteren. De verloskundige kan Syntocinon in de spier van het bovenbeen (IM) spuiten; dit bevordert het samentrekken van de baarmoeder.
Werkwijze
- Overleg met de verloskundige over uitvoering van handelen, assisteer de verloskundige;
- Indien verloskundige besluit naar het ziekenhuis te gaan, bel 1121 en vraag om een ambulance (zie Handeling Ambulance bellen)2;
- Leg de pasgeborene aan in verband met samentrekken van de baarmoeder;
- Houd de algemene conditie van de kraamvrouw in de gaten (ieder kwartier kleur, polsslag, baarmoeder en bloedverlies controleren);
- Creëer rust;
- Pak spullen voor vertrek naar ziekenhuis (zie Handeling Inpakken en klaarzetten tas/koffer bij ziekenhuisopname);
- Alleen de kraamvrouw gaat mee met de ambulance;
- Help de vader de pasgeborene in het autostoeltje te doen en deze in de auto te zetten.
1 Sommige VSV’s of ambulanceregio’s hebben hun eigen spoednummer voor het oproepen van een ambulance. Informeer jezelf hierover.
2 Zie ook Zorgprotocol Communiceren volgens ISBARR (KCKZ, 2020)
Download protocol:
22.-Handeling-Assistentie-bij-niet-loslatende-placenta-1.pdf