1 S. Handeling Assisteren bij een Fluxus, versie 3.1
Doel
Een kraamverzorgende herkent overmatig bloedverlies en weet ernaar te handelen.
Aandachtspunten
- Fluxus: meer dan 1000 ml bloedverlies na de geboorte van de pasgeborene.
- Een lege blaas is altijd noodzakelijk om de baarmoeder goed te laten samentrekken, let er na de partus op dat de kraamvrouw probeert haar blaas te legen.
- Laat de kraamvrouw niets eten of drinken bij overmatig bloedverlies!
- Bij opname zal de ambulance alleen de kraamvrouw meenemen.
- Ambulancepersoneel tilt de kraamvrouw niet altijd naar beneden in verband met fysieke belasting. Zolang de situatie het toelaat de kraamvrouw naar beneden laten gaan (eventueel helpen) en plat op de rug (zonder kussen) op de bank laten
Werkwijze
Bij overmatig bloedverlies na de uitdrijving is contact met de verloskundige van groot belang:
- Bel de verloskundige (als deze al weg is) of roep haar bij de kraamvrouw;
- Geef objectief door wat je ziet, overmatig bloedverlies, eventueel celstofonderleggers wegen met een unster;
- Let op signalen van shock, bleek, klam, gapen, oorsuizen, misselijk, snelle en zwakke pols, verzwakte spiertonus, weinig aanspreekbaar, bewustzijnsverlies en koude spitse neus;
- Leg de kraamvouw plat op haar rug neer, haal het kussen weg en leg de benen iets omhoog; Leg de kraamvrouw niet in Trendelenburg!
- Assisteer de verloskundige bij het geven van zuurstof aan de kraamvrouw;
- Zorg ervoor dat de kraamvrouw het warm houdt, sokken aan, beddengoed op de vrouw waarbij je de onderkant vrijhoudt zodat je het bloedverlies goed kan blijven observeren;
- Voel de stand van de baarmoeder, mocht deze niet goed samentrekken en de kraamvrouw is nog helder, dan kan je:
- De baarmoeder van buitenaf masseren dit kan de prikkel zijn voor de baarmoeder om samen te trekken;
- De pasgeborene aan de borst leggen, hierdoor zal de baarmoeder samentrekken;
- Als de verloskundige een vermoeden heeft van een volle blaas kan zij deze ook legen door middel van katheteriseren. De kraamverzorgende kan hierbij assisteren;
- De verloskundige kan, als zij na de partus denkt dat de baarmoeder niet goed meer samentrekt, Syntocinon in de spier van het bovenbeen (IM) spuiten.
Bloedverlies na een episiotomie:
- Ontstaat het bloedverlies uit de wond van de knip/episiotomie dan is snel hechten, waarbij het bloedvat wordt gesloten, van belang;
- Ontstaat het bloedverlies door een scheur(tje) in de baarmoeder, vaginawand of baarmoedermond, dan zal de verloskundige door middel van hechten het bloedverlies snel proberen te stelpen;
- Als er een vermoeden is van stolsels in de baarmoeder dan kan de verloskundige de baarmoeder van boven naar beneden proberen leeg te drukken. Dit kan zij ook vragen de kraamverzorgende te doen als zij ondertussen met een andere handeling bezig is.
Nazorg
- Als de kraamvrouw naar het ziekenhuis gaat voor verdere behandeling (operatie of bloedtransfusie) blijft de kraamverzorgende in het huis van de partus;
- Draag alle belangrijke tijden over aan het ambulancepersoneel;
- Verzorg als kraamverzorgende de pasgeborene en ondersteun de partner van de barende/kraamvrouw;
- Help de partner van de kraamvrouw om de pasgeborene in het autostoeltje te doen en deze in de auto te zetten;
- Laat het huis opgeruimd achter na vertrek kraamvrouw in overleg met het gezin en de kraamzorgorganisatie;
- Vul het partusverslag en de temperatuurlijst van het zorgdossier in (indien deze niet mee zijn naar het ziekenhuis. Schrijf anders alles op een blaadje, zodat je dit later in het zorgdossier kan invullen);
- Neem eventueel contact op met de kraamzorgorganisatie;
- Spreek met de verloskundige de partus door. Is er geen geschikt moment gelijk na de partus spreek dan af dat je haar hier later voor zal bellen. Voor beide professionals is dit een goede verwerking van een spannende
Download protocol:
S.-Handeling-Assisteren-bij-een-Fluxus-versie-3.1.pdf