1 R. Handeling Assisteren bij een Schouderdystocie, versie 3.1
Doel
Kraamverzorgende weet de verloskundige te assisteren indien een schouderdystocie optreedt.
Het niet volgen van de schouders na de geboorte van het hoofd. De schouder blijft achter het schaambeen van de barende hangen. De geboorte van het kind stopt, het hoofd wordt geboren en kan vaak niet spildraaien; er gebeurt verder niets. Het gezicht wordt snel blauw doordat de bloedcirculatie lang niet optimaal meer is. De verloskundige zal gaan ingrijpen met als doel de schouder onder het schaambeen door te krijgen zodat het kind geboren wordt. Ze heeft hiervoor de volgende mogelijkheden.
Dwarsbed:
- Draai de barende een kwartslag in het bed waardoor de barende met haar billen op de rand van het bed ligt;
- Zorg voor voldoende bescherming van het bed en de vloer d.m.v. celstofonderleggers en gebruik van badhanddoeken (alleen wanneer er voldoende tijd is!).
Mc Roberts:
De barende moet haar knieën naar haar oren optrekken. Hierdoor ontstaat meer ruimte in het bekken waardoor de schouder los kan komen. Als kraamverzorgende kan je de barende ondersteunen.

Impressie:
- De verloskundige beweegt het hoofd naar beneden in het matras (sacraalwaarts bewegen);
- De kraamverzorgende legt haar hand of vuist aan de rugzijde van het kind net boven het schaambeen van barende. Bij de volgende wee wordt er op aanwijzen van de verloskundige zo hard mogelijk geduwd. Duw van boven naar beneden. Ga eventueel op de knieën op het bed zitten om er beter bij te kunnen;
- Probeer het schoudertje van het kind onder het schaambeen door te duwen.

All fours:
De barende zal op handen en knieën moeten draaien. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor het kind rondom het schaambeen. Het is de hoop dat de schouder hierdoor onder het schaambeen zakt en het kind geboren wordt.
Uitvoering
- Noteer de tijd waarop het hoofdje zichtbaar is/was;
- Houd de tijd in de gaten hoe lang de uitdrijving hierna duurt. Zodra
het gezichtje geboren wordt, is er namelijk maar beperkte tijd waarna
het kind geboren moet worden;
- Controleer de pasgeborene extra; vaak is er na een schouderdystocie
een aangeslagen kind, wees hierop alert. Let ook op een hangend armpje (erbse parese). Ook het sleutelbeen kan gebroken zijn, de pasgeborene huilt dan klaaglijk bij de verzorging;
- Bij een schouderdystocie is er vaker sprake van een groot kind, dus een groter wondoppervlak van de placenta en een meer gevulde baarmoeder, die nu moet contraheren waardoor meer kans op overmatig bloedverlies.
Nazorg
- Ruim gebruikte materialen op, eventueel bloedwas spoelen;
- Vul partusverslag en de temperatuurlijst van het zorgdossier in;
- Neem eventueel contact op met de kraamzorgorganisatie;
- Spreek met de verloskundige de partus door. Is er geen geschikt moment gelijk na de partus spreek dan af dat je haar hier later voor zal bellen. Voor beide professionals is dit een goede verwerking van een spannende situatie.
Download protocol:
R.-Handeling-Assisteren-schouderdystocie-versie-3.1.pdf