6. Werkwijze
Taken kraamverzorgende:
- Geef anticiperende voorlichting
- Geef extra aandacht aan kwetsbare groepen
- Geef extra aandacht aan niet-westerse ouders
- Geef advies over prikkelreductie
- Zorg voor regelmaat
- Adviseer wat ouders kunnen doen als hun pasgeborene veel huilt
1. Anticiperende voorlichting en aandachtspunten tijdens het kraambed
Geef de ouders voorlichting over onderstaande punten, zodat zij kunnen anticiperen op mogelijk (extreem) huilgedrag van de pasgeborene:
- Heb oog voor de positieve aspecten van het ouderschap. Zet ouders in hun kracht. Dit versterkt het vertrouwen en de relatie met het kind. Heb aandacht voor de draagkracht van de ouders;
- Betrek vader (partner) actief bij de zorg. Partners spelen een belangrijke rol bij het hervinden van de balans in hun jonge gezin direct na de bevalling;
- Stress, somberheid of angst bij de ouder(s) kan van invloed zijn op het gedrag van de pasgeborene, dus ook op het huilgedrag;
- Huilen is een vorm van communiceren en is normaal gedrag in de ontwikkeling van een kind. In de kraamweek huilt een pasgeborene meestal ’s nachts. De meest wakkere momenten van een pasgeborene in de eerste levensweek is tussen 21.00 uur en 03.00 uur;
- Normaal huilgedrag vertoont een toename na de tweede levensweek (1 uur per dag), met een piek (3 uur per dag) bij 6-8 weken en een afname tot ongeveer 3 maanden waarna het stabiel blijft;
- Ouders hebben tijd nodig om het gedrag en de verschillende manieren van huilen te leren kennen;
- Het huil- en slaappatroon verandert in de loop van de tijd. In het begin is het nog even zoeken naar een goede afstemming tussen de pasgeborene, de moeder en de vader (partner);
- Rust en regelmaat (cirkel van slapen, wakker worden, voeden, knuffelen/praten, vermoeidheidsignalen, wakker naar bed, zelf in slaap vallen) bevordert het slaap- en waakritme; wel blijven reageren op de behoeften van het kind;
- De duur van het huilen wordt beperkt als de ouders hun pasgeborene troosten en geborgenheid geven (dragen van de pasgeborene, een andere comfortabeler houding zoeken voor de pasgeborene, strakkere omhulling door dekens). De pasgeborene heeft behoefte aan de stem/geur/hartslag van de moeder en de vader (partner);
- De pasgeborene kan last hebben van zijn maag/darmen (krampjes-lucht- obstipatie-harde ontlasting). Sluit een eventuele medische oorzaak van het huilen uit;
- Vertel de ouders hoe zij de vermoeidheidssignalen van hun pasgeborene kunnen herkennen. Ze kunnen daar dan sensitief en adequaat op reageren;
- Ouders van pre- en dysmature pasgeborenen worden geïnformeerd over de ‘verlate’ huilpiek (veelal hoog rond de datum van ontslag) en het vaak hoger en indringender huilen van deze pasgeborenen;
- Het is van belang dat de verloskundige en de kraamverzorgende in de zwangerschap en kort na de geboorte risicofactoren (kwetsbare ouders) herkennen. Het is belangrijk dat deze ouders gepaste zorg krijgen direct na de geboorte, met aandacht voor de lichamelijke, psychische en sociale omstandigheden;
- Besef je als kraamverzorgende dat ouders, die zorgen hebben over het huilen van hun pasgeborene, aandacht verdienen. Ouders kunnen ten einde raad zijn. Het huilen roept heftige emotionele reacties op: ze zijn bezorgd over het lichamelijk welzijn van het kind, ze voelen zich tekortschieten, zitten in de put of zijn uitgeput door het verstoorde slaapritme;
- De communicatie tussen professional en ouder(s) is van groot belang, omdat ouders zich door de aandacht en bejegening gehoord en begrepen willen voelen. Empathie maakt elke interventie effectiever en het bevordert het afstemmen van adviezen.
2. Extra aandacht voor kwetsbare groepen
Bij de volgende groepen ouders is aandacht voor advisering over preventie en signalering van excessief huilen noodzakelijk:
- moeders met angst en/of met weinig steun in de zwangerschap;
- moeders met veel lichamelijke klachten;
- ouders met psychische of psychiatrische problemen;
- ouders met een lage SES of financiële problemen;
- ouders met relatieproblemen of veel stress;
- moeders en/of vaders(partners) die na de bevalling:
- veel stress hebben
- erg angstig of overbezorgd zijn
- depressieve symptomen hebben
- een onverwerkt trauma hebben
- het vooruitzicht hebben er alleen voor te staan o nog tiener zijn
- drugs of andere zware middelen gebruiken
- werkloos zijn
- kinderen die te vroeg geboren zijn (prematuur) en/of geboren zijn met een laag geboortegewicht (dysmatuur);
- kinderen met specifieke akoestische kenmerken van het huilen: hoog, indringend en hard huilen.
Het is van belang dat ouders uit bovengenoemde risicogroepen tijdig herkend worden en passende zorg aangeboden krijgen. Het is een belangrijk signaal als ouders negatief over huilen denken.
3. Extra aandacht bij niet-westerse ouders
- Informeer de ouders over het normale beloop van huilen bij pasgeborenen, onafhankelijk van etniciteit;
- Leg ouders uit dat huilen niet altijd een hongersignaal is, maar dat het ook te maken kan hebben met een andere behoefte van het kind. Alert zijn op overvoeding (bij kunstmatige zuigelingenvoeding) of ondervoeding;
- Betrek de gezins- en familieleden (schoonmoeder, moeder) bij de begeleiding van ouders die een pasgeborene hebben die excessief huilt. Het netwerk betrekken kan bij ouders ondersteunend werken.
4. Geef advies over prikkelreductie
- Geef ouders voorlichting en adviezen ten aanzien van prikkelreductie. Wanneer pasgeborenen geen rust en regelmaat krijgen, kunnen ze overmatig gaan huilen en uiteindelijk een huilpasgeborene worden. Door prikkels te reduceren krijgt de pasgeborene meer de rust die het nodig heeft. Zie verder bijlage 2.
5. Zorg voor regelmaat
Regelmaat kan behulpzaam zijn bij overmatig huilen en jengelen, onrustig en overactief gedrag, ontevredenheid, niet alleen kunnen zijn, veel huilen. Door het aanbrengen van regelmaat en eenduidigheid in de omgang met de pasgeborene wordt een korte tijd het dagelijkse leven voorspelbaar. Door gewenning aan bekende patronen komt de pasgeborene toe aan de eigen slaapbehoefte en kan zonder hulp in zijn/haar eigen bed, co-slaper of in een draagdoek.
Regelmaat is dezelfde opeenvolging van gebeurtenissen in de volgorde:
Slapen – wakker worden – voeden – contact met de ouders – bij signalen van moeheid wakker naar bed – slapen – wakker worden enzovoort. Herhaling geeft herkenning en voorspelbaarheid waardoor de pasgeborene in een vertrouwde cirkel komt.
6. Adviseer ouders wat ze kunnen doen als hun pasgeborene huilt
- Pak de pasgeborene op en troost hem. De pasgeborene kan worden aangelegd als hij borstvoeding krijgt;
- Probeer de oorzaak van het huilen te achterhalen als hij niet stopt met huilen. Heeft hij een schone luier nodig? Heeft de pasgeborene honger? Is hij moe? Is de omgeving onrustig? Heeft hij koorts of pijn?
- Help de pasgeborene te ontspannen wanneer hij blijft huilen. Wieg de pasgeborene zachtjes, wrijf zachtjes over zijn ruggetje, leg de pasgeborene in een draagdoek of in zijn bed en stop de dekens stevig in, zorg voor een rustige omgeving, praat met de pasgeborene en benoem dat de pasgeborene huilt of verdrietig is en dat dat goed is of zing zachtjes tegen de pasgeborene, maak een wandeling met de pasgeborene;
- Zorg voor de veiligheid van de pasgeborene. Soms is alles geprobeerd, maar blijft de pasgeborene toch huilen. Dit is voor iedere ouder moeilijk. Voorkom in zo’n geval dat je uit boosheid de pasgeborene gaat schudden. Zorg dat de pasgeborene veilig is (zie Zorgprotocol Shaken Baby Syndroom);
- Adviseer moeder voldoende rust te nemen zodat ze positief kan blijven reageren op het huilgedrag van haar kind.
De 5-stappenregel kan hierbij helpen:
- leg de pasgeborene weg op een veilige plek (zoals zijn bedje);
- loop de kamer uit;
- ga pas naar de pasgeborene als je weer rustig bent;
- bel een familielid of vriend om even tot rust te kunnen komen;
- schud nooit!
Tips voor het gesprek met de ouders:
- Zorg voor een ontspannen sfeer en betrek zo mogelijk beide ouders in het gesprek;
- Stel vragen om het gesprek op gang te helpen bijvoorbeeld: “wat merk je aan jezelf als je kindje huilt?” Of “Ik zag dat……, klopt dat?”
- Luister naar wat ouders zeggen en geef ze ruimte;
- Vertel de ouders de 5 stappen van de kernboodschap als er een moment komt
van boosheid of machteloosheid, zodat ze weten wat ze moeten doen;
- Respecteer alle soorten reacties;
- Breng in samenspraak met de ouders de verloskundige en de JGZ-
verpleegkundige op de hoogte;
- Geef aan waar ouders informatie kunnen krijgen/vinden (zie App ‘Baby huilt’,
TNO, 2015)
- Bij twijfel over het vele huilen van hun kind kunnen ouders om hulp bij het
consultatiebureau of de huisarts vragen.